Ademtherapie Den Haag

Foto: Nappy -Pexels.com

Hoe kun je de nachtrust van je kind, en dus die van jezelf, bevorderen? Expert Inge Glazemakers (Universiteit Antwerpen) geeft advies. Liesbeth Gijsel interviewde haar voor een artikel in EOS Psyche en Brein.

De eerste dagen en weken zijn vaak slopend voor jonge ouders. Hoe kom je die zonder kleerscheuren door?

‘Je moet beseffen dat een baby in stukjes slaapt. In totaal slaapt hij misschien twintig uur per dag, maar telkens in stukjes van een half uur, drie kwartier. Probeer zoveel mogelijk samen te dutten en zoek een gezamenlijk ritme. Bewaak je grenzen. Weiger bezoek als je rust nodig hebt. Probeer zelf kalm te blijven, want dat is een belangrijk signaal naar je kind. Als je zelf rustig bent, zal je baby ook makkelijker rust vinden.’

‘Na twee, drie weken kun je beginnen met zaken die helpen om een goed slaappatroon te ontwikkelen. Een slaapritueel, bijvoorbeeld, en het verschil maken tussen dag en nacht: laat overdag de gordijnen en de deur open. En leg de baby niet slapend in bed, zodat hij leert om zelfstandig in slaap te vallen.’

Hoe ziet een slaapritueel er best uit?

‘Dat hangt af van de leeftijd van je kind. Op zich is een ritueel op elke leeftijd belangrijk, ook voor volwassenen. Wij doen meestal ook altijd dezelfde drie, vier dingen voor we gaan slapen, en in dezelfde volgorde. Door op routine over te schakelen wordt je geest vrijgemaakt en creëer je de ideale voorwaarden om in slaap te vallen. Dat is ook zo bij kinderen. Een vaste routine biedt je kind de veiligheid om in slaap te vallen. Bij een baby is het belangrijk om geen lastige associaties te installeren. Baby’s worden slaperig als ze voeding krijgen of vastgehouden worden. Als je baby telkens in die omstandigheden in slaap valt, zal hij op de duur niet meer kunnen slapen zonder dat hij een flesje krijgt of gewiegd wordt – ook als hij ’s nachts wakker wordt. Je kunt de voeding en de knuffel reserveren voor het begin van het slaapritueel, en daarna nog een luier verwisselen of de pyjama aandoen, en de baby dan slaperig, maar wakker in bed te leggen. Zo kan hij nog teren op het gelukzalige gevoel en de rust van het voedingsmoment, maar dan associeert hij aan de borst of in de armen liggen niet met slapen.’

‘Bij oudere kinderen zit er vaak wat meer in het ritueel: tandenpoetsen, naar het toilet gaan, en, belangrijk, een momentje tussen jou en je kind. Voorlezen, de dag overlopen, een liedje zingen … Doordat je even je volledige aandacht geeft, kan je kind zich emotioneel opladen en makkelijker de rust vinden om in slaap te vallen.’

Mag je je baby mee in bed nemen?

‘Dat is een persoonlijke keuze. Maar onderzoek laat zien dat het risico op wiegendood groter is als je samen in bed slaapt. Het kind kan ook onder de dekens terechtkomen, of onder een ouder die er per ongeluk op gaat liggen. Je baby in een apart bed, leggen, is veiliger. Een co-sleeper (een bedje dat aan één kant open is en aan het grote bed geschoven kan worden, red.) kan een goed compromis zijn. Zo geef je de baby de veiligheid van een eigen slaapplekje, maar ook nabijheid.’

Wat als je kind huilt in bed?

‘Een baby jonger dan zes maanden moet je zeker niet laten huilen. Als het kind ouder is, hangt het ervan af wat voor soort gehuil het is. Is dat huilen waardoor een baby zichzelf tot rust kan krijgen, of huilen dat een grote stressreactie teweegbrengt? In het laatste geval wacht je beter niet om naar je kind te gaan, want anders leert je kind dat het helemaal overstuur moet zijn voor jij als ouder zal komen. Zo’n patroon kan lang worden meegenomen.’

Als je kind alleen in slaap kan vallen als je erbij blijft, hoe kun je dat dan afbouwen?

‘Kinderen die het moeilijk hebben om alleen in slaap te vallen, hebben vaak hun ouders nodig om hun emoties te reguleren. Het kost tijd om te leren dat alleen te doen. Probeer je geleidelijk terug te trekken. Als je op dit moment bij je kind in bed ligt tot het slaapt, ga dan al eens zitten op de rand van het bed. Daarna kan je verhuizen naar een stoel naast het bed, vervolgens probeer je die stoel richting de deur te schuiven. Ga je uiteindelijk de kamer uit, kom dan op gezette tijden terug binnen.’

‘Elk kind is anders, en heeft andere noden. Ook omstandigheden, zoals een verhuizing of de start in de crèche, kunnen impact hebben op de slaap en de behoefte aan nabijheid. Veel ouders voelen dat instinctief aan, en ik denk dat het goed is als ze hun instinct volgen.’

Waarom vallen baby’s zo makkelijk in slaap in de auto, maar zijn ze plots weer klaarwakker zodra je hebt geparkeerd?

‘Beweging heeft effect op het lichaam van een baby. Sommige experts herleiden dat naar de baarmoeder, waar de foetus ook voortdurend in beweging is. Onbewust vertragen de en de ademhaling. Het lichaam ontspant zich en je valt makkelijker in slaap. Daarnaast is er in de auto ook veel white noise – omgevingsgeluid. Ook dat kan een kalmerend effect hebben. Maar zie dit niet als een pleidooi om voortdurend rondjes te rijden met een baby, want op de duur zal hij alleen nog kunnen slapen in de auto.’

‘En inderdaad, als je probeert om je slapende baby in bed te leggen, dan is die vaak weer klaarwakker. Dat heeft te maken met de slaaparchitectuur van een baby. Volwassenen dommelen in, gaan naar de diepe slaap, en dan naar de actieve droomslaap. Baby’s zijn de helft van de tijd in een actieve, ondiepe slaap. Ze zullen meer omgevingsprikkels binnenkrijgen en verwerken terwijl ze slapen. En dus worden ze ook snel wakker als er iets verandert.’

Hoeveel slaap hebben kinderen nodig?

‘Daar is ook onder experts nogal wat discussie over. Er zit zoveel verschil tussen kinderen dat je je niet te veel moet fixeren op de gemiddeldes. Je kunt beter kijken naar de signalen die het kind geeft. Is je kind vrolijk en actief, dan slaapt het wellicht genoeg. Is het prikkelbaar en zit het niet goed in zijn vel dan is er misschien sprake van een slaaptekort en kunnen middagdutjes nodig zijn. Uit onderzoek blijkt dat de helft van de driejarigen daar nog behoefte aan heeft, op vijfjarige leeftijd is dat nog een op de tien.’

Veel kinderen zijn ’s morgens heel vroeg wakker. Hoe rek je dat?

‘Je kunt dat ritme een beetje verleggen, al zal je van een kind dat altijd om vijf uur wakker is, nooit een langslaper kunnen maken. Je kunt proberen ze een kwartiertje later in bed te stoppen, en op de duur zullen ze een kwartiertje langer slapen. Belangrijk is om ’s ochtends vroeg het signaal te geven dat het nog nacht is. Hou het donker. Je kunt ook een slaapwekker gebruiken, met een wakker of slapend diertje. Ook dan moet je het geleidelijk aan doen. Stel dat je kind om zes uur wakker is en je wilt dat het tot zeven uur blijft liggen, zet dat beest dan niet meteen op zeven uur. Er is geen enkel kind dat een uur naar een wekker kan liggen staren. Nee. Zet de wekker eerst om zes uur. Zodat het kind wakker wordt en ziet dat het tijd is om op te staan. Daarna zet je hem om kwart over zes. En zo schuif je geleidelijk aan op. Hou er rekening mee dat het twee, drie weken duurt voor het slaapritme is aangepast.’

Waarom zijn kinderen vaak bang om te gaan slapen en wat doe je eraan?

‘Dat kan verschillende redenen hebben. Ze zijn alleen en moeten op hun eigen emotieregulatie terugvallen. Anderen zijn bang om alle leuke dingen te missen die op dat moment beneden aan de gang zijn. Weer anderen zijn bang voor het donker. Hoe ouder kinderen zijn, hoe meer hun fantasie een rol speelt. Ze denken dat er monsters onder het bed zitten. Ook dat zijn emoties waar ze vat op moeten leren krijgen. Bij de een lukt dat makkelijker dan bij de ander.’

‘Als je kind bang is voor het donker, kun je een schemerlampje aansteken. Is het bang om steeds weer dezelfde nachtmerrie te krijgen, dan kun je het op een rustig moment over die droom hebben en vragen hoe het ‘die krokodil’ kan wegjagen. Zo krijgt het kind het gevoel dat het zelf dingen kan doen om ermee om te gaan. Bij sommige kinderen helpt een ‘magisch voorwerp’ dat hen zal beschermen: een watertje dat je op het kussen spuit, een beschilderde steen … ‘

Hoe belangrijk zijn knuffels?

‘Heel belangrijk. Het zijn zogenaamde transitionele objecten, ze zijn voor een kind het verlengde van zijn ouders. Ze bieden je kind veiligheid en geborgenheid in jouw afwezigheid, en daardoor helpen ze het om tot rust te komen en grip te krijgen op zijn emoties. Zelf eens slapen met de knuffel van je kind, of die dichtbij houden terwijl je borstvoeding geeft, kan helpen omdat de knuffel dan jouw geur krijgt.’

Bron: Compleet artikel uit EOS Psyche en Brein – Liesbeth Gijsel uitgave 17-02-2022

http://www.eoswetenschap.eu